
‘Stacey, het lijkt me verstandig dat jij de komende drie weken thuisblijft en eens goed uitrust,’ had de huisarts tegen haar gezegd. Daar kon ze hem geen ongelijk in geven. De dag daarvoor was ze volledig ingestort op haar werk. Ze had net met haar collega’s een zware vergadering gehad op haar werk en wilde hen verwennen met een verse kop koffie. Toen ontdekte ze dat iemand het laatste pak koffie had opgemaakt en ze haar collega’s geen verse kop koffie kon aanbieden. Ze kon alleen nog maar huilen, terwijl enkel de koffie op was! Dus daar lag ze dan. Burn-out. Op de bank. Te rusten…
Eigenlijk waren die spinnenwebben aan de lamp haar nooit zo opgevallen, maar vanuit deze positie kon je er niet omheen. Daar moest toch echt even een stofdoek langs, voordat er iemand op ziekenbezoek kwam! Oh, en als er bezoek kwam, moest er natuurlijk ook iets lekkers in huis zijn! Stacey zwaaide haar voeten van de bank en ging op zoek naar haar portemonnee. Ook gelijk even checken of er nog koffie in huis is…
Zo’n verhaal heb je als coach vast vaker gehoord. De situatie van Stacey is voor veel mensen herkenbaar. Altijd nog even dit en nog even dat, zelfs als je ‘verplicht’ moet rusten. Als er om je heen iets fout gaat, dan voel je daar letterlijk de stress van in je lijf. Met je verstand weet je dat je niet verantwoordelijk bent en tóch kun je het niet van je af zetten. Stacey is niet verantwoordelijk voor de inkoop van koffie, maar voelt zich toch schuldig dat ze geen koffie kan zetten.
Als je een cliënt in je praktijk krijgt met een burn-out, hoort daar vaak zo’n verhaal bij. Zo’n cliënt vindt het moeilijk om het verantwoordelijkheidsgevoel dat ze ervaart, van zich af te zetten en te luisteren naar haar eigen lichaam.
(…Even tussendoor: In de voorbeelden in deze blog spreek ik steeds over ‘haar’ en ‘ze’, omdat ik een vrouwelijk voorbeeld heb gekozen. Dit kan natuurlijk net zo goed een mannelijke cliënt zijn, maar het zou vermoeiend zijn om steeds ‘hem of haar’ en ‘hij of zij’ te moeten lezen. Dat mag je dus zelf invullen waar dat van toepassing is…)
Vermoeid, maar toch doorgaan
Eigenlijk ben je te moe, maar je werkt toch door en gaat voorbij aan de signalen die je lichaam afgeeft. Eigenlijk zou je moeten stoppen, maar je bijt op je tanden, want het werk moet af. Je hebt constant een innerlijke strijd tussen je vermoeidheid en je behoefte om iemand tevreden te stellen. Het hoeft niet, maar je doet het toch. Mensen rondom jou zijn heel blij met je, maar eigenlijk heb je zelf geen leuk leven.
Als jij je als coach verplaatst in je cliënt, begrijp je zijn of haar vermoeidheid en de innerlijke strijd. Je herkent alle signalen, maar lijkt niet tot je cliënt door te kunnen dringen om haar ertoe te bewegen haar gedrag aan te passen.
Het lichaam protesteert, hoe komt dit?
In het voorbeeld van Stacey zie je heel duidelijk dat zij behoefte heeft aan de goedkeuring van anderen. Haar collega’s zijn blij met haar, omdat ze koffie voor hen zet. Die behoefte aan goedkeuring komt ook terug in haar thuissituatie. Als er bezoek komt, moet alles aan kant zijn. Dat kan absoluut niet wachten, er is haast bij.
Als een cliënt steeds voorbij gaat aan wat ze echt wilt en wat haar lichaam nodig heeft, gaat haar lichaam protesteren. Ze krijgt stress-symptomen. Toch werkt ze zichzelf liever kapot dan dat ze anderen moet teleurstellen. Gek genoeg zijn die ‘anderen’ vaak klanten of collega’s en komen gezin en eigen welzijn op de tweede plaats.
Waar komt die behoefte vandaan?
Voordat je jouw cliënt kunt helpen met het aanpakken van haar gedrag, zal je moeten begrijpen waar de behoefte om anderen tevreden te stellen nu eigenlijk vandaan komt. Hiervoor kunnen we bij lichaamswerk veel leren van de embryonic movement. We kijken naar twee heel typerende bewegingen die een foetus en een baby maken:
Foetushouding
Deze beweging maakt de foetus als hij nog in de baarmoeder is. Deze houding staat voor geborgenheid. We maken deze beweging als we op zoek zijn naar steun en veiligheid. We kruipen op de bank met een dekentje en een kop thee en zoeken hiermee onze rust.
Moro-reflex
Deze beweging maakt een baby zodra hij uit de buik van zijn moeder is. De armen open, de borst open en ademen. Deze beweging maken we als kinderen en volwassenen als we trots zijn op onszelf. Als we geslaagd zijn voor een examen of een mooie prestatie hebben geleverd op ons werk.
Evenwicht
Beide houdingen zijn goed, maar ze moeten wel in evenwicht zijn. Als we alleen maar de foetushouding aannemen, blijven we in onze schulp en durven we geen risico’s te nemen. Aan de andere kant; als we alleen de moro-reflex hebben, zijn we altijd aan het werk en denken we niet aan onze rust.
Opvoeding
Dat de koffie op was, is bij Stacey natuurlijk de druppel geweest, die de emmer deed overlopen, maar de behoefte om anderen tevreden te stellen ligt veel dieper. Zij is opgegroeid met de normen en waarden van haar – in haar ogen perfecte – ouders en wil die koste wat kost nog steeds behouden. Ze is opgevoed met de mentaliteit: ‘Als je maar hard werkt, kom je er.’ Anderen een plezier doen, hard werken en vooral een foutloos parcours lopen! Ruimte om toe te geven aan de behoefte van je eigen lichaam past niet in dat rijtje. Daarom blijft ze steeds in de moro-reflex en gaat ze voorbij aan de rust die ze zo hard nodig heeft om in evenwicht te blijven. Het gevolg is haar burn-out.
Hoe help je Stacey uit haar burn-out?
Met behulp van Transactionele Analyse (TA) kun je Stacey laten zien waar haar gedrag en denkbeelden vandaan komen, namelijk uit haar jeugd. Dat is een belangrijke stap in de goede richting. Maar soms is dat niet genoeg, omdat de patronen uit haar jeugd letterlijk in haar lichaam zijn opgeslagen. Daarom ervaart ze lichamelijke stress als er om haar heen iets fout loopt. Ook al weet ze rationeel dat ze daar niet verantwoordelijk voor is.
Als zij jouw cliënt zou zijn, hoe zou je haar dan kunnen helpen? Op zo’n moment is het heel goed om te kijken naar lichaamstaal. Dit is een krachtige manier om jouw cliënt te helpen om zich bewust te worden van oude patronen die in haar lichaam opgeslagen zijn en die te veranderen.
Verdieping
Lichaamstaal biedt een prachtig instrument om op een dieper niveau met je cliënt aan de slag te gaan. Je kunt er jouw cliënt mee helpen begrijpen wat de oorzaken zijn van lichamelijke klachten die ze ervaart en haar helpen om deze te verminderen of op te lossen. Wil je jouw cliënten ook op deze manier helpen? Dan is de praktische opleiding Lichaamstaal iets voor jou. In deze opleiding leer je de lichaamstaal van jouw cliënt te begrijpen en zo te analyseren wat de cliënt precies nodig heeft. Ook leer je jouw eigen lichaamstaal te begrijpen en te gebruiken in je werk met cliënten.
Iets voor jou? Kijk dan op de website voor meer informatie en schrijf je in.